|
Er is iets fascinerends aan de koele witte gloed van zilveren sieraden, die het vermogen heeft ons al vele eeuwen te verblinden. Door de geschiedenis heen wordt dit edelmetaal gebruikt voor geldstukken, spiegels, de tandheelkunde en uiteraard voor sieraden. Zilver is altijd een zeer geliefd edelmetaal voor ambachtslieden geweest vanwege de plooibaarheid en uitstekende kwaliteit. Er gaat heel wat aan vooraf voordat een zilveren sieraad eindelijk gedragen kan worden. Eerst moet er zilvererts gemijnd worden en gefabriceerd tot het zilver waar een edelsmid mee kan werken. Vaak is het zilver waar een edelsmid mee werkt al gemaakt tot werkbare vellen van verschillende maten en diktes of walsdraad in verschillende vormen en maten. Het komt echter ook voor dat een edelsmid een zeer bijzondere vorm nodig heeft voor zijn sieraad. In dat geval zal de edelsmid met brokken zilver aan de slag moeten, waarbij het zilver wordt gesmolten en het vloeibare zilver in een mal wordt gegoten, deze techniek heet gieten. Het moeilijke van deze techniek om zilveren sieraden te maken is het maken van een mal. Zodra de edelsmid zijn ontwerp af heeft zal hij de vorm van het ontwerp in zachte was maken. Deze mal wordt dan in een matrijs geplaatst, waarna er gips gebruikt wordt om de vorm van was te omsluiten, met een opening aan de bovenkant. Als het gips is uitgehard zal de was worden verwijderd waardoor het uit de gipsvorm loopt. Op deze manier blijft de vorm van het sieraad achter in het gips. Nu zal de edelsmid het zilver verwarmen tot het vloeibaar is en deze in de mal van gips gieten. Nu is het wachten tot het zilver voldoende gestold en afgekoeld is om het gips te verwijderen. De edelsmid heeft nu een grof en onafgewerkte zilveren vorm in handen die nog afgewerkt moet worden tot een prachtig en letterlijk schitterend zilveren sieraad. Meestal moet de edelsmid het stuk vijlen, schuren en polijsten, maar als dat eenmaal gedaan is heb je een uniek en prachtig zilveren sieraad in handen. |
| https://www.wereldsejuwelen.nl |
